Terugblik Duinzichtgesprek Jaap Smit
Het gesprek begint met de start van de loopbaan van Jaap Smit. Geloofde hij wel genoeg om dominee te kunnen worden? En stel dat het allemaal niet waar is? Jaap Smit vertelde dat hij deze vraag stelde aan zijn hoogleraar praktische theologie; die antwoordde dat - ook als het allemaal niet waar zou zijn - hij de verhalen zou blijven vertellen. Omdat de zeggingskracht van die verhalen zo groot zijn dat het een goed kompas kan zijn om bakens te zetten in het leven. Dit moment is bepalend geweest voor zijn hele loopbaan. Juist ook toen hij het ambt verliet. Na enige jaren als predikant werd Smit overvallen door een moeheid: Hij moest meer zijn dan hij was en meer geven dan hij kreeg. Dit was uitputtend en benauwend en hij voelde zich wegzakken in een moeras. Hij vertelde dat hij daarom ging wandelen door de bossen, en ineens een steen onder zijn voeten voelde en wist; Jaap, je verzuipt niet; aan het werk! Smit vertelt dat hij de ruimte en zuurstof ‘van buiten’ nodig had; met zijn haren in de wind, in de samenleving deze verhalen vertellen. Vanaf toen werd hij misschien nog wel meer dominee dan hij daarvoor was, zegt hij. Juist die verhalen, de taal, metaforen, rituelen en gemeenschap kunnen een rode draad en houvast bieden in de huidige tijd. Zijn onze kompassen verwaterd, vraagt Ad? Nu we zijn losgeraakt van tradities die die kompassen vulden? Wat is er eigenlijk voor in de plaats gekomen? Moeten we ons zorgen maken over de samenleving? Hierop vertelt Jaap over het zicht vanuit zijn werkkamer: de Skyline van Den Haag vertelt zijn loopbaan. Maar hij ziet ook leegte. Een leegte die gevuld wordt met kakofonie. Want mensen die nergens meer in geloven, zijn bereid om alles te geloven. We zijn de verhouding tot elkaar kwijt en tussen burger en overheid, vertelt Smit. We zijn gaan denken dat dingen vanzelf wel goed gaan; dat de markt het wel oplost. Maar de markt kent geen genade. En veel dingen in het leven vragen om genade; om een steen onder je voeten die voorkomt dat je verzuipt. Niet iedereen kan zichzelf redden. Dat vraagt om duidelijk verhaal vanuit het midden en om duidelijk leiderschap van onze bestuurders: Jaap Smit ziet dat we het land zijn gaan besturen van onze hurken: we zijn de burger als klant in plaats van als eigenaar van de overheid gaan zien. We zijn gaan vragen aan de burger; wat willen jullie? Dan gaan we dat doen. Tot we erachter komen dat dat niet kan, maar die boodschap niet durven te vertellen. Dit leidt tot verlamming en crises. Als we met 18 miljoen mensen aan de knoppen gaan zitten, gaan we naar de knoppen, zegt Smit. Ja, je moet je oor te luisteren leggen in de samenleving en niet besturen vanuit de ivoren toren, maar deze tijden vragen volgens Smit ook van ons dat we onze rug rechten, keuzes durven maken en de vervelende boodschap durven te vertellen. En zeggen; zullen we het er weer eens over hebben? Waar gaat het nu eigenlijk over? Met vrijheid als hoogste ideaal hebben we God met de vut gestuurd en onze eigen goden gemaakt. Maar de vrijheid van de zee zonder bakens, zonder land en zonder kompas maakt angstig en benauwd. Dan is die vrijheid gevangenschap. Om koers te kunnen houden hebben we een kompas nodig. Wat vult tegenwoordig ons kompas? Dat is ook van belang om te kunnen weten wanneer de naald van je (moreel) kompas krom trekt: kan ik - met alles waar ik voor sta en in geloof - doen wat er in een situatie van mij wordt gevraagd? Soms is daarop het antwoord nee. | ||
terug | ||